De medische molen draait door

Januari 2020

Intake voor de bestralingen

De wond op mijn borst wil maar niet dicht gaan. Er lijkt nauwelijks iets te gebeuren, behalve dat de wondranden steeds roder worden en ik bang ben dat het gaat ontsteken.

Ik tob de nachten nog door met de zenuwbeknelling in mijn been en besluit de fysiotherapeut te raadplegen. Hij kan me gelukkig helpen en in de loop van de weken wordt het iets draaglijker met de pijn. Maar mijn hele lijf heeft er inmiddels onder te lijden, en ook door het gebrek aan zwemmen. Wat ik normaal wekelijks doe, ligt nu al weken stil door de open wond.

Een vriendin vraagt me waarom ik niet een elektrisch verstelbare bedbodem koop. Misschien helpt dat om mijn lijf wat te ontspannen. Zo gezegd, zo gedaan.En eindelijk kan ik weer een houding vinden waarin ik een aantal uren achter elkaar kan slapen.

Door alle slaapgebrek en pijn, ben ik doodmoe. Ik heb geprobeerd om tussen de bedrijven door wat te werken vanuit huis, maar ik kan me niet concentreren. Jammer, want die afleiding zou zeer welkom zijn. Nu probeer ik me te vermaken met wat kleuren, puzzelen en televisie kijken. Lezen lukt ook niet, geen focus. Gelukkig komen er bijna dagelijks wel appjes, telefoontjes of kaartjes en af en toe een bezoekje van iemand. Daar kijk ik echt naar uit.

En dan heb ik de kennismaking met de oncoloog en kan ik gaan beginnen met de tamoxifen. Het is niet waar ik erg naar uitkijk, maar ik weet dat het verstandig is om de anti-hormoontherapie aan te gaan. Met zoveel kankerpatiënten in de familie wil ik liever niet te eigenwijs zijn.

Half januari volgt de intake voor de bestralingen. Maar wat te verwachten was: de wond moet eerst dicht voordat er bestraald mag worden. En hoe het moet met mijn been als ik nog steeds niet op mijn rug kan liggen? En weer moet ik op zo’n hard stalen behandeltafel liggen. Daar zie ik enorm tegenop. Er wordt gezocht naar de best mogelijke houding die ik 15 minuten vol kan houden. Maar goed, we hebben nog even voordat de bestralingen gestart kunnen worden. Wie weet gaat het tegen die tijd al wel beter?

Eerst moet ik nog de strijd aangaan met de zorgverzekering en de uitvoerder van het taxivervoer. Er gaat van alles mis met de machtiging en er ontstaat een heus van-het-kastje-naar-de- muur-verhaal. Op de ochtend van de eerste bestralingsdag wordt het eindelijk uitgevochten.

Eind januari gaat de wond eindelijk dicht, in het weekend voordat de bestralingen zullen beginnen op dinsdag. Ik ga nog even langs bij de huisarts voor extra pijnstillers, in de hoop dat ik stil kan blijven liggen met dat akelige been.

En dan is het zover: de eerste bestraling. Ik neem plaats op de behandeltafel en mijn been wordt een beetje gestut. Dan begint het passen en meten om precies goed te liggen met behulp van de tattoopuntjes. Nog een slagje draaien, een beetje naar rechts schuiven – ja zo is het goed. Ik lig in een onnatuurlijke houding en moet dat een kleine 20 minuten volhouden.

De grote machine begint te zoomen en piepen en draait om me heen om de borst en oksel vanuit verschillende hoeken te bereiken. Het lijkt die eerste keer heel lang te duren, maar dan is het voorbij. Mysterieus wat er nu in mijn lijf gebeurt. Je voelt er verder niks van en dat moet dan gaan helpen?