Time out…we gaan op wintersport

Ik kom uit een klein dorpje in Beieren, een wintersportgebied. Mijn familie runt daar de plaatselijke skischool en ik heb mijn hele jeugd elke winter op de piste doorgebracht. Eerst op 2 latten, later op één plank. Inmiddels woon ik al meer dan 15 jaar heel gelukkig in Nederland met mijn “uit-de-hand-gelopen-vakantieflirt”. 

Mijn hele familie woont echter nog in het Beierse dorpje en wij gaan er vaak naar toe, sowieso altijd met kerst. Voor mij en mijn dochters betekent kerst: sneeuw, skiën, de kerstkoekjes van mijn vader en de verplichte Weihnachtsgans van mijn moeder. Het was daarom ook even een “dingetje” toen bleek dat we afgelopen kerst niet die kant op konden. Ik mocht wel van de oncoloog, maar de chemo’s vielen net niet gunstig, ik voelde me niet goed genoeg en zag het niet zitten om voor een paar dagen 900km te rijden. Ons gezin zou dus voor het eerst een groene kerst in Nederland vieren, zonder mijn familie. Toen ik dat besefte heb ik wel een traantje weggepinkt (om eerlijk te zijn: ik heb gejankt) en ook manlief en vooral de meiden moesten even slikken.

Maar gelukkig is de geest veerkrachtig en na de eerste teleurstelling begonnen we met het plannen van ons alternatiefprogramma. Mede dankzij onze Nederlandse familie, vrienden en een feestpakket van mijn collega’s hadden we hele gezellige kerstdagen. 

Toen bleek dat ik na 6 chemokuren al klaar zou zijn, zagen we echter opeens weer mogelijkheden. De chemo zou begin februari stoppen en de operatie zou 4-6 weken later plaatsvinden. En in deze periode viel de krokusvakantie! We konden dus toch nog richting Heimat. Ik was wel nog steeds aan twijfelen of ik het wel aankon en of het verstandig was… Ik was zo onzeker door de behandelingen en bijbehorende bijwerkingen. Gelukkig zag manlief het allemaal wel zitten. Eind februari stapten we met z’n vieren in de auto op weg naar de sneeuw en niet onbelangrijk: mijn familie!

Het was zo fijn om iedereen weer te spreken! De meiden waren zo blij om opa en oma, ooms en tantes en neven en nichten weer te zien. Na het weekend gingen onze meisjes bij opa in de skiles en manlief ging ook skiën. Ik zag ze met z’n drieën de berg op gaan en tegelijkertijd begon het enorm te kriebelen. Zou het kunnen? Zou ik genoeg kracht en energie hebben? Stel dat ik val en een been breek…dat kon er nu echt niet bij, maar aan de andere kant: Ik ski sinds mijn derde en heb nog nooit in mijn leven iets gebroken… Ik kon het toch in ieder geval even proberen? Dinsdagochtend was ik klaar met het heen- en weer redeneren: Ik wilde en zou gaan skiën! En het ging prima! De sneeuw was goed, het zonnetje scheen en ik had het skiën uiteraard niet verleerd. Het voelde zo goed! Zo normaal! Ik stond drie weken na de laatste chemo gewoon op ski’s! Ik voelde me een enorme held en met elke afdaling kwam een kleine portie zelfvertrouwen terug. Na twee uurtjes haalden we de kids weer op…we leken net een gewoon gezin op wintersport… 

Die hele week heeft ons allemaal erg goed gedaan. Even geen afspraken in het ziekenhuis. Met z’n vieren vrij en eruit zijn. Bewegen in de natuur. Ons laten verwennen door mijn familie. Dit was wat we nodig hadden. Ik kreeg weer wat vertrouwen in mijn lijf en daarnaast dachten we nog even niet aan wat zou komen als we terug waren.