Omgaan met de kankerpatiënt

Voor de omgeving is het niet altijd makkelijk: De omgang met de kankerpatiënt.

Wat doe je? Hulp aanbieden, luisteren, vragen stellen, geen vragen stellen, ontwijken? Ik kan ook geen passend antwoord geven, omdat het per persoon, situatie en zelfs tijdstip verschilt. Ik heb er begrip voor dat het heel moeilijk is voor de omgeving, en toch was ik het afgelopen jaar soms stomverbaasd, overrompeld, teleurgesteld, maar ook ontroerd en positief verrast door de reacties uit mijn omgeving.

Het was heel raar om mee te maken hoe de kanker mijn gewone sociale leven ging beïnvloeden. Op ten duur verwijder je aan de ene kant (tijdelijk) van bepaalde vrienden, kennissen en familieleden, en met anderen wordt het contact juist hechter. Over het algemeen was ik overweldigd door de liefde en steun die ik om mij heen voelde, maar vaak voelde ik mij onbegrepen en was ik vooral verbaasd over de nogal intieme vragen die mij werden gesteld. 

Om even een indruk te geven van reacties met die een kankerpatiënt te maken krijgt heb ik - als grap - een aantal typetjes geclassificeerd:

  1. De ontwijker: weet zich na de diagnose geen houding te geven en stopt meteen naar kennisname met elke vorm van contact. Om even wat voorbeelden te noemen:
    1. Terwijl je eerst op het schoolplein altijd gezellig een praatje kon houden, word je nu door desbetreffende persoon niet meer gegroet. 
    2. Een vriendin bezoekt je alleen nog zonder aanhang, omdat manlief kankergesprekken confronterend vindt.

 

  1. De ramptoerist: is meestal een vage kennis en stelt heel veel directe vragen zonder rekening te houden met eventuele emoties van de betroffene. Het gaat de ramptoerist dan ook vooral erom om smeuïge details te weten te komen, zodat hij later informatie met derden kan delen. Typische vragen van de ramptoerist zijn:
    1. Wat is je overlevingskans?
    2. Wordt het een borstsparende operatie of een amputatie?
    3. Ga je voor silicone of eigen weefsel?
    4. Mag je je tepel houden?
    5. Heb je een groot litteken?
    6. Is het erfelijk? Hoe groot is de kans dat je kinderen het krijgen?

 

  1. De kruisverhoorder: Hij stelt ook heel veel vragen, maar met een ander doeleinde dan de ramptoerist. Hij is oprecht geïnteresseerd in de ziekte en wil jou helemaal begrijpen, maar slaat hierin soms door. Na contact met de kruisverhoorder voel je je futloos en leeggezogen.

 

  1. De dramalama: Trekt zich het lot van de patiënt persoonlijk aan en is uiteindelijk zelf helemaal van slag. De kankerpatiënt heeft nu de handen vol om het dramalama te kalmeren en te troosten. Typische uitspraken van de dramalama:
    1. Dat jij dit allemaal mee moet maken…
    2. Oh, wat erg …
    3. Hoe moet het nu verder…?

 

  1. De rambo: gaat er direct in en vergelijkt de situatie van de patiënt met een vergelijkbaar scenario maar dan met slechte afloop.
    1. “Mijn collega was ook kankervrij en na 5 jaar had ze uitzaaiingen in long en lever. Zij overleed kort erna”
    2. “Mijn tante heeft na de chemo nooit meer heel veel haar gekregen, alleen van die lelijke chemokrullen…”

 

  1. Het blije ei: de doorgewinterde optimist die zelfs jouw ziekte altijd een positieve draai wil geven.
    1. “Tenminste weet je nu weer waar de prioriteiten liggen.”
    2. “Je ziet nu hoe sterk je lijf is.”

 

  1. De expert: helpt met kundig kant-en-klaar-advies, helaas in sommige gevallen ook zonder de situatie goed aan te voelen, in te schatten of überhaupt te kennen.
    1. Ik heb een vriendin met borstkanker en die deed het zo…
    2. Je moet gewoon…
    3. Het zit zo…
    4. Bij mij…

 

  1. De helpende hand: geeft aan dat hij wil helpen en zet zijn woorden in daden om. Hij weet dat vragen soms lastig is en stelt dan ook concrete hulp voor, zoals:
    1. Eten koken
    2. Kinderen meenemen van/naar school 
    3. Uitstapjes met jouw kinderen
    4. Begeleiding bij ziekenhuisbezoek
    5. Biertje drinken met de mantelzorger

 

  1. De luisteraar: weet dat hij niks kan doen, maar laat de kankerpatiënt - ook voor de zoveelste keer - zijn verhaal doen, zonder al te veel commentaar en advies te geven en zegt af en toe: 
    1. ja, 
    2. mhm, 

 

  1. De Florence Nightingale: voelt precies aan wat de patiënt nodig heeft, voordat die het zelf weet. Om een paar waargebeurde acties van mijn persoonlijke Florence te benoemen:
    1. Stormt op het moment dat je hoofd kaalgeschoren wordt onverwacht binnen bij de haarwerkspecialist om emotionele steun te bieden.
    2. Komt na een slecht-nieuwsgesprek langs om het een en ander grappige lulverhaal te vertellen om je af te leiden.
    3. Organiseert zodra dat qua energie kan een verrassingsetentje met lieve vriendinnen.

 

Gelukkig komen rambo’s, ramp-toeristen en dramalama’s niet vaak in pure vorm voor en weten de meeste mensen zich prima een houding te geven. Ik realiseer me ook donders goed hoe lastig het is om de juiste woorden te vinden. Sterker nog, ik weet dat ik zelf in het verleden ook de mist in ben gegaan en me in ieder geval aan ontwijkend gedrag schuldig heb gemaakt… 

Als ik nu achteraf tips aan mijn omgeving zou mogen geven dan waren het deze:

  • Biedt concrete hulp aan. Hoe concreter hoe beter. Ik vond hulp vragen heel lastig en dacht ook vaak dat we het zelf wel konden, terwijl het met hulp toch veel beter ging.
  • Realiseer je dat de patiënt niet altijd zin heeft om over de ziekte te praten. 
  • Realiseer je dat de patiënt niet veel andere dingen mee maakt dan de ziekte en er daarom veel over praat.
  • Stel liever geen directe vragen naar details. De patiënt zal als hij met jou iets wil delen dat op zijn tijd en manier doen. Soms zijn de emoties te overweldigend of is de tijd en plek er gewoon niet voor om het over een bepaald onderwerp te hebben. (Een vader op het schoolplein vroeg mij altijd: “Op een schaal van 1 tot 10?” Dat vond ik een hele prettige vraag. Ik kon dan een cijfer geven en hij wist genoeg. Soms vertelde ik dan uit me zelf meer en soms ook niet. Dat was dan ook prima).
  • Vraag waar de patiënt zelf behoefte aan heeft. Soms weet die het…
  • Vraag je altijd af voordat je iets zegt of vraagt: Helpt het de patiënt verder? 

Verder gun ik iedere kankerpatiënt tenminste één persoonlijke Florence Nightingale, een paar goede luisteraars en heel veel helpende handen. Dat maakt het allemaal zoveel makkelijker!

3 reacties

Ik ben altijd heel open geweest( dit komt door mijn werk )ik zei altijd het kan jou ook morgen  overkomen .Heb mij niet verstopt Dit is voor degene  voor jou staat ,dan ook niet meer zo moeilijk. Dan ontvang je ook gemakkelijk je steun en begrip wat mogelijk is .Je naaste  ondervinden het prettig en kunnen  het   ook zeer waarderen ..De omgang maakt het een stuk gemakkelijker .

Laatst bewerkt: 26/06/2019 - 13:04

Herkenbaar. 
Ik vind het soms erg moeilijk om te gaan met al die vragen en belangstelling/nieuwsgierigheid.Zeker van mensen die je amper kent. Tijdens een wandeling word ik soms meerdere keren staande gehouden om mijn verhaal te doen. Dit kost me vaak veel energie en tegenwoordig kap ik het ook eerder af. Niet iedereen hoeft het hele verhaal te horen. 
Anderzijds vind ik de betrokkenheid vanuit de omgeving ook hartverwarmend. En eerlijk is eerlijk, ik zal waarschijnlijk zelf ook heel vaak de verkeerde dingen hebben gezegd of gevraagd aan zieke mensen.. 

Laatst bewerkt: 16/11/2022 - 19:04