En dan staat de wereld even stil... Deel 56

 

Pijn, hersenschudding, spoed eisende hulp

Maandag 3 september 2018

Polygon komt namens de verzekering mat twee man sterk langs om de schade op te nemen. Op bepaalde plaatsten in huis is het vochtgehalte 140 in plaats van de normale waarden rond de 40-50.

Er wordt een plan genaakt. Er zal onder de gehele kruipruimte van de woning 50 centimeter zand afgegraven moeten worden. Aansluitend dienen er drogers geplaatst te worden. Dit neemt zo’n vier tot zes weken in beslag. Daarna zullen de spouwmuren opnieuw geïsoleerd moeten worden. Vervolgens opnieuw de daadwerkelijke schade opmeten. Er moet schoon zand teruggestort worden. Dan zullen de schimmelplekken behandeld moeten worden en kunnen de herstelwerkzaamheden verricht moeten worden. De meterkast is aangetast en dient vervangen te worden, idem geldt voor de cv.-ketel. Het huilen staat me nader dan het lachen. Wat een bak ellende en werk komt er op ons af. Onderwijl is mama ziek en oogt iedere dag zieker. Zolang de werkzaamheden gaande zijn kunnen zij en papa niet in de woning verblijven. De verzekering dient zorg te dragen voor vervangende woonruimte. De zorg van mama moet wel gecontinueerd te moeten worden. Zoals we verwacht hadden weigert mama zich te laten opnemen in een verzorgingstehuis samen met papa. Alhoewel ze daar vorige week nog voor open leek te staan. Heel eerlijk, ik zie door de bomen het bos niet meer. Inmiddels ben ik zo ver dat ik de gehele situatie maar per dag bekijk. Verder als dat kan en wil ik niet kijken. Nadat de Polygon vertrekt valt mama in een diepe slaap en wordt ’s avonds wakker als de thuiszorg komt.

 

Dinsdag 4 september:

Vandaag is het de eerste schooldag van het nieuwe schooljaar van mijn zoon. Voor dag en dauw vertrekt hij op de fiets om zijn rooster op te halen en kennis te maken met zijn mentor.

Ik vertrek om 07:30 naar mijn werk. Vanaf het werk onderhoud ik contact met de verzekering en Polygon om alles in het kader daarvan in goede banen te leiden. Zoals het er nu uitziet zullen ze volgende week dinsdag  van start gaan met de werkzaamheden. Er is nog geen woonruimte voor mijn ouders gevonden, maar daar zijn ze druk mee bezig. Ondertussen heb ik dagelijks contact met de thuiszorg.

Als ik thuiskom tref ik mijn moeder als een zielig hoopje mens op bed aan. Haar huidskleur wordt steeds geler. Ze vergaat van de pijn. Mama geeft aan dat ze de huisarts een app heeft gestuurd en hoopt dat hij contact op zal nemen met haar. Mama geeft aan dat ze u begrijpt dat mensen die zoveel pijn hebben verzoeken om euthanasie. Het feit dat ze dit zegt, maakt voor mij duidelijk dat de situatie veel erger is dan dat ze iedereen wil doen geloven. Ik vrees het ergste, maar ik kan er niets mee.

Als de huisarts aan het eind van de middag niet heeft gereageerd, bel ik hem. Ook ik krijg helaas geen contact.

’s Avonds heb ik de informatieavond bij mijn zoon op school. Normaliter gaan mijn vader en ik altijd samen naar dit soort voorlichtingsavonden. Dit maal blijft hij thuis bij mama en speelt voor taxi. Mijn zoon heeft namelijk training.

Ik bespreek die avond met de mentor wat de situatie bij ons thuis is. Dat ik het vermoeden heb dat het veel slechter gaat dan dat mijn moeder en vader door hebben. Volgende week gaat mijn zoon van dinsdag tot en met vrijdag op werkweek naar de Ardennen.

Ik bespreek dat ik graag een noodnummer wil hebben voor het geval dat en een adres waar we mijn zoon in dat geval op kunnen halen. Met mijn vriend is reeds afgesproken dat hij bij een eventueel overlijden mijn zoon zal gaan ophalen. Wellicht allemaal voorbarig maar iets in mij zegt dat het allemaal wel eens veel sneller kan gaan dan dat wij allemaal door hebben.

 

Woensdag 5 september 2018:

Mijn school is weer naar school en ik ben ’s morgens aan het werk. Mijn vader heeft voor dag en dauw urine van mijn moeder bij de huisarts ingeleverd. Naar aanleiding daarvan komt de huisarts op huisbezoek. Op dat moment is de thuiszorg ook aanwezig.

De thuiszorg belt mij zodra  ze bij mijn ouders wegrijdt. Ze is geschrokken van de lichamelijke achteruitgang bij mama. Alhoewel ik haar dagelijks geïnformeerd heb is het met eigen ogen zien toch wat anders. Mama haar huidskleur wordt steeds geler en ook haar oogwit verkleurd langzaam geel.  Volgens de huisarts is er mogelijk sprake van een blaasontsteking dan wel een nierbekkenontsteking. In overleg met de huisarts heeft ze een antibioticakuur voorgeschreven gekregen en diclofenac als pijnstiller. “Amygdala, ik vrees met grote vrezen. Ik denk dat ze het weekend niet doorkomt als dit zo doorgaat. Ik heb het idee dat er iets heel anders aan de hand is.” Ik geef aan dat ik dit weekend wel goed zie komen maar dat ik eerder vrees dat volgend weekend een uitdaging wordt. Volgende week donderdag is namelijk mijn vader jarig en die vrijdag zij zelf. Ze zal kosten wat het kost die dagen willen meemaken is mijn overtuiging. De thuiszorg geeft aan dat zij dit qua wilskracht wel zal willen en kunnen, maar dat haar lichaam dit ook aan moet kunnen. Ik blijf herhalen dat ik zeker weet dat ze dit gaat redden. Dat ik er anderzijds ook van overtuigd ben dat ze er lichamelijk veel slechter aan toe is dan dat ze ons allemaal wil doen geloven.

Voor de volgende dag staat in ieder geval een bloedafname gepland. De bloedwaarden zullen mogelijk duidelijkheid geven over de stand van zaken. Tot dan blijft het gissen.

De diclofenac biedt mijn moeder geen verlichting. De pijn blijft. De antibiotica mag ze pas voor het slapengaan innemen. Hierop vraagt mijn moeder mij om de huisarts te bellen of ze niet meer diclofenac mag gebruiken en of ze niet al eerder met de antibiotica mag beginnen. Met de huisarts spreek ik af dat ze direct de eerste antibiotica inneemt en voor het slapen gaan nogmaals één antibiotica. De diclofenac mag ze niet vaker gebruiken. Ze mag er wel maximaal 8 paracetamol naast gebruiken.

 

Donderdag 6 september  2018

’s morgens komt de thuiszorg om mijn moeder te verzorgen en niet veel later staat de verpleegkundige voor het bloedprikken aan de deur. En nu is het afwachten.

Aangezien het mooi weer is besluit mijn vader het gras te gaan maaien. Mama slaapt en ik besluit om mijn vader te vergezellen in de tuin. Boven het geronk van de grasmaaier hoor ik ineens een schreeuw. Als ik mij omdraai naar het geluid toe zie ik mijn zoon over twee hekken van 1.20 hoog springen. Onderwijl schreeuwend dat oma in de woonkamer is gevallen.

Ik vlieg naar binnen, met mijn zoon achter mij aan en enige tijd later volgt mijn vader. Mijn moeder ligt inderdaad op de grond in de woonkamer. Klaarblijkelijk heeft ze gereageerd op de deurbel en de deur willen openen. Ze dacht dat het de huisarts was om de uitslag van het bloed te bespreken. Echter was het mijn zoon. Na een week plat liggen in combinatie met een veel te lage bloeddruk en pantykousjes op een pakketvloer is ze onwel geworden  dan wel uitgeleden en als een blok beton achterover op haar hoofd gevallen.

De eerste gedachte die bij mij op plopt is “Ze heeft toch niets gebroken?” Mama geeft aan dat ze op haar achterhoofd is gevallen en dat ze anders geen pijn heeft. Ze kan haar ledematen nog bewegen. Pffff, …dat is een hele geruststelling. Mama wil enige tijd blijven liggen. Ze ligt gelukkig op het vloerkleed. Ik leg een kussen onder haar hoofd en dek haar toe met een deken. Op een gegeven moment geeft ze aan dat ze graag op wil staan en naar bed wil. Ze staat uit eigenkracht op en met ondersteuning is ze in staat om naar het bed te lopen. Als ze in bed ligt, wordt ze ineens heel verdrietig. “Zo heeft het leven toch geen zin. Ik heb niets aan je vader. Die loopt zo maar weg zonder wat te zeggen. Ik krijg geregeld mijn eten niet om dat hij dat vergeet.” Dikke tranen rollen over haar wangen. Alle frustraties worden eruit gegooid. Er zit een kern van waarheid in hetgeen mijn moeder zegt. Dat heb ik ook wel gezien. Maar goed, ik mocht me van haar nergens meer mee bemoeien en mij mocht niets verteld worden had ze tegen de thuiszorg gezegd. Ik heb mijn ogen natuurlijk niet in mijn broekzak zitten. Ik heb alleen gedaan wat er van mij verwacht werd. Alhoewel me  het belachelijk veel moeite heeft gekost om niet in te grijpen.

Als mama wat rustiger is geeft ze aan dat ze hoofdpijn heeft en misselijk is.  Ik vraag haar of ze wil dat ik de huisarts bel of de thuiszorg. Ze kiest voor de thuiszorg. Niet veel later staat de thuiszorg op de stoep. Vermoeden is dat mama een hersenschudding heeft opgelopen. Ze zal komende nacht ieder uur gewekt moeten worden. Dat kan er ook nog wel bij, hoor ik mezelf zeggen.

Ondertussen heb ik mijn zoon te pakken gekregen. Die was weggevlucht. Dikke tranen over zijn wangen. “Ik dacht dat oma dood neerviel.” Weet hij met hoten en stoten uit te brengen. Daarnaast geeft hij zichzelf de schuld dat oma is gevallen. “Als ik niet had aangebeld, was zij niet gevallen.” Ik probeer hem uit te leggen dat oma al behoorlijk verzwakt was. Oma loopt al enge dagen minder stabiel. Was het nu niet gebeurd dan wel binnen afzienbare tijd. Ik knuffel hem vreselijk en vertel hoe trots ik op hem ben. Vertel in meervoud dat hij er echt niets aan kon doen en dat hij geweldig gehandeld heeft. Onderwijl merk ik aan alles dat dit niet bij hem land. De tijd zal dit moeten laten bezinken.

De thuiszorg vertrekt. Mijn zoon heeft die avond voetbaltraining. Ik vraag aan mijn moeder wat zij wil. “Wil jij dat ik thuisblijf en dat opa meegaat naar de training of andersom?” Mama geeft aan dat het voor mijn zoon goed is dat ik mee ga.

Voordat ik vertrek breng ik eerst mijn moeder nog even naar het toilet. Dit op zich is al een hele workout. Mijn moeder is vreselijk instabiel tijdens het lopen. Ze dreigt ieder moment door haar hoeven te klappen. Al tillend redden we het naar het toilet en retour.  Wat mij doet beseffen dat ik mijn vader en moeder vannacht niet zo kan laten aanklooien en dat boven slapen ook geen optie is voor haar.

De huisarts heeft contact opgenomen. De bloedwaarden zijn nog niet bekend. De urinekweek uitslagen zijn wel bekend. Het is geen blaas of nierbekkenontsteking. Maar wat dan wel, vraag ik me af.

Ondertussen krijg ik ook een app van de verzekering dat er een optie genomen is op een vakantiewoning is voor aankomende maandag. Dat is in ieder geval geregeld, maar iets in mij zegt dat we daar niet gaan komen volgende week.

Na de training maar even snel een plan de campagne gemaakt. Mama slaapt beneden in de woonkamer. Ik slaap op wat kussens van de bank in de serre. Pa en mijn zoon gaan gewoon naar bed. Ik zal mijn moeder ieder uur wekken de komende nacht.

De eerste wekker gaat om 24 uur en zo de gehele nacht door. Op zich levert het dolkomische situaties op. Ik slaapdronken in de serre, mijn moeder in haar bed in de woonkamer. Als het alarm gaat hoor ik mijn moeder zeggen: “Ik ben er nog hoor en jij bent mijn dochter en geboren op 7 juli. Slaap lekker!” een uur later “Ik ben er nog hoor. Ik ben je moeder en geboren op 14 september. Slaap lekker!” Zo krijg ik ieder uur een andere regel met gelijke strekking te horen.

Om 2 uur ’s nachts strompel ik met haar naar het toilet. De wandeling verloopt nog moeizamer dan afgelopen middag.

Om 6:30 ben ik wakker en vlieg snel onder de douche en kleed me aan. Om 7 uur sta ik alles behalve fris en fruitig naast haar bed. Wederom rammelt de wekker. Voordat ik naar mijn werk vertrek breng ik mijn moeder nogmaals naar het toilet. De wandeling verloopt wederom slechter dan de keer ervoor.

Ik spreek met mijn moeder af dat ze niet met mijn vader samen naar het toilet gaat maar dat ze de thuiszorg belt.  Datzelfde deel ik mijn vader mee. Ik breng haar haar ontbijt  en voorzie haar van de nodige medicatie en vertrek naar mijn werk.

 

Vrijdag 7 september 2018

Rond 13:00 uur ben ik thuis. Ik verlang naar een bed en een paar uur achter elkaar slapen. Helaas gaat die vlieger niet op. Bij thuiskomst heeft mijn moeder de huisarts aan de telefoon.  Ze moet direct door naar de spoedeisende hulp. De bloedwaarden niet goed. De huisarts acht het mogelijk dat dit veroorzaakt wordt doordat haar galblaas in de verdrukking zit. Dit zou mogelijk op te lossen zijn door het plaatsen van een stent.  Als dit waar is trakteer ik op gebak, denk ik op dat moment. Hierop de thuiszorg gebeld met het verzoek om mijn moeder te helpen aan kleden. Die waren net koud de hoek om toen de huisarts belde.  Terwijl de thuiszorg mijn moeder aankleed, tover ik de noodtas maar weer tevoorschijn en vul hem aan met de laatste dingen. JE weet het maar nooit natuurlijk. De thuiszorg eist van mijn ouders dat ik meega naar het ziekenhuis. Mijn vader loopt ondertussen in de keuken wat te rommelen met zijn brood. Op de een of andere manier verlamt hij in stress situaties. Ik spreek met mijn vader af dat hij eerst in alle rust zijn brood smeert en op eet. Ik kan me geen ellende veroorloven met zijn suiker. Het kan namelijk wel eens een lange zit worden daar bij de spoedeisende hulp. Ik spreek af dat hij na het eten naar de spoedeisende hulp van het ziekenhuis komt. Ik vraag hem of hij weet waar hij naar toe moet rijden zo. Als dit niet het geval blijkt te zijn leg ik het hem uit. Bijzondere is dat we met mijn zoon in de afgelopen jaren geregeld bij de spoedeisende hulp zijn geweest maar nu is hij het volledig kwijt.

De thuiszorg helpt mij mijn moeder naar de auto te brengen. Volgens haar staat er een bed laar voor mijn moeder bij de spoedeisende hulp. Ik rij ondertussen alvast met mama die kant op.

Aangekomen bij de spoedeisende hulp val ik van de ene verbazing in de andere. Mama is nog niet aangemeld. Er is geen informatie bekend. Nee, er is dus ook geen bed. Ik vraag hoelang we daar op moeten wachten om dat dit met mijn moeder gezien de gehele situatie niet haalbaar is. Dan krijg ik te horen dat ik moet wachten op de verpleegkundige en dat mijn moeder dan een kleurcode toebedeeld krijgt. ROOD ORANJE GROEN. Tot 1000 tellen gaat op dit moment niet op. Ik probeer mijn best te doen om correct te blijven en geef aan dat ik wil dat er nu een bed komt. Dat ik anders genoodzaakt ben om mijn moeder mee naar huis te nemen en dat ik dan wel een ambulance bel. Dit kan volgens de dame achter de balie niet. “Moet jij eens opletten wat allemaal niet kan!!” gooi ik er als vuurspuwende vulkaan uit. Ondertussen heb ik de thuiszorg al gebeld en die staat op haar beurt vuur te spuwen bij de assistente van de huisarts. Ofwel dit was weer een gevalletje: “Loopt allemaal zeer soepel.” Terwijl ik nog sta te stomen voel ik ineens een hand op mijn schouder. “Bent u de dochter van mw.? Er is een bed voor uw moeder gaat u mee. Onderwijl hoor ik de thuiszorg nog door de telefoon stomen. Die geeft aan dat de assistente van de huisarts met de spoedeisende hulp aan de telefoon hangt en dat er een bed aankomt.” Een gemiddelde striptekenaar zou goud geld kunnen verdienen met het uittekenen van deze situatie.

Eenmaal binnen in de spoedeisende hulp volgt er opnieuw bloedonderzoek. Er wordt een echo gemaakt. De echo lukt niet in één keer. De radioloog wordt erbij gehaald en er wordt opnieuw een echo door hem gemaakt. Mijn moeder krijgt een hartfilmpje en haar bloeddruk wordt meermaals opgemeten. Ondertussen heeft mama langdurende en kortdurende morfine a 5 mg gekregen. Die doen gelukkig hun werk en de pijn die ze ervaart neemt wat af. En dan is het wachten op de uitslag. Tijdens het wachten bel ik de verzekering op om alle werkzaamheden on hold te zetten. Eerst moeten we zien hoe mama hier door heen komt. We spreken af dat ik contact opneem zodra er meer duidelijkheid is.

Tot overmaat van ramp komt de oncoloog die vorig jaar de boel in onze ogen zo verprutst heeft de uitslagen bespreken. Het gesprek verloopt alles behalve prettig. De oncoloog is enigszins verbolgen. Want wat maakt dat wij naar de spoedeisende hulp van Almelo zijn gereden en niet naar de spoedeisende hulp van Enschede. Per solt van rekening staat mama daar nog onder behandeling is wat we te horen krijgen. Mama en papa staan enigszins met hun mond vol tanden door deze wat onhandige en ongenuanceerde opmerking door de oncoloog. Ineens begrijp ik waarom ik van de thuiszorg mee moest en dat wordt gaande weg het gesprek met deze oncoloog nog meerdere malen duidelijk. Ik leg de oncoloog uit dat hij deze vraag niet aan ons moet stellen maar aan de huisarts. Deze heeft ons naar de spoedeisende hulp van Almelo verwezen. Dus als hij het daar niet mee eens ik er van uit ga dat hij deze klacht met onze huisarts zal bespreken. Dat ik deze opmerking anderszins meer dan opmerkelijk vind van hem als arts zijnde, aangezien hij ook weet mijn moeders gestel het niet toelaat om haar middels privé vervoer naar Enschede te brengen.  Dan dimt hij goddank enigszins in. Mijn vader zie ik instemmend knikken. Mijn moeder laat een flauwe glimlach zien.

De oncoloog doet dan zijn verhaal naar aanleiding van de bevindingen. De uitslag is niet mooi. Zoals ik al dacht drukt er niets op de galblaas maar toont de echo aan dat het vanuit mama haar lever komt. De vraag is nu:  wat te doen? De bloedwaarden laten zien dat er bij mama sprake is van uitdroging en dat er te korten zijn aan zouten waaronder Kalium. Zijn advies is opname en een infuus.

De vraag is wat mama wil. Waar wil ze behandeld worden. Mama is zo uitgeput dat ze niet in staat is te reageren. Papa is overrompeld door wat er allemaal gebeurd en reageert ook niet. Er rest mij niets anders dan het gesprek  van hen over te nemen.

Het is aan u als arts om ons duidelijkheid te verschaffen. Indien wij duidelijkheid hebben kunnen wij een weloverwogen beslissing nemen. Deze beslissing zal mede bepaald worden door de fase waar mama in zit. Op 17 mei jongstleden zaten wij in de palliatieve fase. De vraag aan u is om aan te geven of wij nog steeds in deze fase zitten of is mama beland in de terminale fase. Het antwoord op deze vraag is alles bepalend. En alleen u kan daar antwoord op geven.  Zit mama  in de palliatieve fase en kent het ziekenhuis in Enschede andere en betere mogelijkheden dan dat het ziekenhuis Almelo kan bieden dan wil mama naar Enschede. Zit daar echter geen verschil in dan blijft mama liever in Almelo. Dat is voor ons als familie ook beter te behappen. Neemt niet weg dat wij erg contant zijn over de zorg en behandeling die mama in Enschede heeft gekregen. Dus zegt u het maar in welke fase zitten we.

Wederom tref ik een arts die blijkbaar niet zo goed weet om te gaan met directheid. Er wordt wat heen en weer geschuifeld en een concreet antwoord komt er niet. Hij wil de echo eerst vergelijken met de foto’s van de PET-scan in Enschede.  Dat kan niet eerder dan maandag.

Wederom wordt de  vraag gesteld wat wij willen doen. “U gaf aan dat een infuus noodzakelijk is om mama haar vocht- en zoutentekort de baas te kunnen. Daarnaast heeft ze pijn die nog niet goed onder controle is. U geeft aan dat dit verholpen kan worden middels een infuus en dat daar een opname voor nodig is. Dan lijkt het mij duidelijk wat u gaat doen. U neemt mijn moeder  in ieder geval tot en met maandag op. Dan hebt u contact met de oncoloog in Enschede en van daar kijken wij verder.”

Mama wil van de oncoloog weten hoe lang ze nog te leven heeft en hoe de situatie echt is. Ook op deze duidelijke concrete vragen krijgt zij geen antwoord. Alles blijft in vage termen door de oncoloog besproken.

Als de oncoloog vertrekt zegt papa dat hij het een goed idee vindt dat mama wordt opgenomen. Hij zegt geen vertrouwen te hebben in de oncoloog van Almelo. Die zal er, volgens hem, wel weer naast zitten net als vorig jaar.

Nou ben ik over het algemeen al rechtstreeks in mijn manier van communiceren, maar het slaap te kort van afgelopen nacht in combinatie met de zorgen die ik heb, maken dat deze opmerking volledig bij mij in het verkeerde keelgat schiet. Het gedrag van meneer oncoloog is ook niet bevorderlijk voor mijn humeur.

Ik kan het dan ook niet nalaten om papa aan te spreken op dit gedrag. Ik vertel mijn vader dat wat ik in hem bewonder is dat hij in alles het positieve blijft zien dan wel in staat is naar het positieve te draaien. Dat hij in alles een strohalm ziet. De boodschap die ik alleen gehoord heb is dat mama ernstig ziek is. Dat wij en ook hij er dus van uit moet gaan dat mama waarschijnlijk maandag te horen krijgt dat ze terminaal is. Dat terminaal inhoud dat mama maximaal 3 maanden te leven heeft. Ik heb tegen hem gezegd  dat hij moet gaan accepteren dat zijn vrouw stevende is en dat we in de fase komen van afscheid nemen. Mama valt me op dat moment bij en zegt dat ik daar gelijk in heb. Dat papa inderdaad moet stoppen  om met deze manier met haar ziekte om te gaan omdat het de gesprekken in de weg staat die zij zo nodig heeft.

Mama vraagt mij om mijn broer te bellen en hem bij te praten.  Mijn broer vraagt aan mij of hij terug moet komen. Ik heb aangegeven dat me dat verstandig lijkt. Dat het niet met gillende sirene’s hoeft maar dat ik de situatie gezien bovenstaande niet goed kan inschatten. Tot mijn volle verbazing hoor ik hem zeggen dat hij morgen dan wel terug komt en in de middag wel op bezoek zal gaan.

Mama wordt opgenomen. Papa blijft bij haar en begeleid haar naar de afdeling. Ik rij snel naar huis om nog wat aanvullende spullen voor haar op te halen. Samen met mijn zoon rij ik terug naar het ziekenhuis. Even op bezoek.

’s Avonds als ik in bed lig loop ik de afgelopen 48 uur nog eens langs en besef me wederom wat voor een enorm idiote positie en hoeveel verschillende rollen ik binnen dit gezin heb.

 

Zaterdag 8 september 2018

Als ik ’s avonds mijn moeder bezoek schrik ik behoorlijk van wat ik daar aantref. Mama is in vergelijking met gisteren wederom enorm achteruit gegaan. Mijn zorgen bespreek ik met de thuiszorg. Die adviseren mij om de afdeling te bellen. Mama heeft aangegeven als laatste wens bij de thuiszorg en ook bij mij dat ze thuis wil sterven.  Zoals het nu gaat schat ik in dat dit waarschijnlijk niet zal gebeuren. Op aandringen van de thuiszorg ben ik het ziekenhuis. Ik geef aan waar mijn zorgen liggen en dat ik graag wil dat dit morgen tijdens de ronde van de arts wordt meegenomen in zijn besluit of mama naar huis moet of niet.

Zondag 9 september 2018

Thuiszorg heeft telefonisch contact gehad met mijn moeder. Die was furieus. Ik zou om een gesprek met de arts hebben gevraagd. Gelukkig was de thuiszorg op de hoogte van alles en heeft aangegeven dat ik op verzoek van de thuiszorg heb gebeld. De thuiszorg heeft met mijn moeder besproken wat er gezegd is en waarom. Dit haalt de angel er gelukkig weer uit. Maar verklaard wel waarom ik zulke aparte appjes kreeg vanmorgen.

‘S middags en ’s avonds op bezoek geweest