Risico op kanker
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofon
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonVrouwen en mannen met een mutatie in een BRCA-gen hebben een risico op kanker.
Vrouwen
- Vrouwen bij wie een mutatie in een van de BRCA1- of BRCA2-genen is aangetoond, hebben 60 tot 80% kans om voor hun 70e borstkanker te krijgen.
- Vrouwen met een mutatie in het BRCA1-gen hebben ook 30 tot 60% kans om eierstokkanker te krijgen.
- Vrouwen met een mutatie in het BRCA2-gen hebben 5 tot 20% kans om eierstokkanker te krijgen.
- Vrouwen met een mutatie in het CHEK2-gen hebben 35-55% kans op borstkanker, eierstokkanker is niet van toepassing. Het gaat om vrouwen met een heterozygote mutatie: zij hebben de mutatie alleen van vader of moeder geërfd. Niet van beiden.
- Voor mannen en vrouwen met een BRCA2-genmutatie is er een risico op alvleesklierkanker van ongeveer 5%.
Vrouwen zonder BRCA-genmutatie hebben een kans van ongeveer 13 % op borstkanker. Vrouwen zonder een BRCA-genmutatie hebben een kans van ongeveer 0,7% om voor het 70e jaar eierstokkanker te ontwikkelen.
Het risico om voor de tweede keer borstkanker te krijgen, is aanwezig bij vrouwen met een mutatie in het BRCA1- BRCA2-gen of de CHEK2*1100delC-mutatie, die zijn behandeld voor borstkanker.
Mannen
Omdat mannen een kleine hoeveelheid borstklierweefsel bezitten, kunnen zij ook borstkanker krijgen, al komt dat wel veel minder vaak voor.
- Mannen met een BRCA2-genmutatie hebben een verhoogd risico op borstkanker van ongeveer 7%.
- Mannen met een BRCA2-mutatie hebben mogelijk ook een hogere kans dan gemiddeld op prostaatkanker (ongeveer 25%).
- Mannen met een BRCA1-genmutatie hebben 1% risico om tijdens hun leven borstkanker te krijgen.
- Voor mannen en vrouwen met een BRCA2-genmutatie is er een risico op alvleesklierkanker van ongeveer 5%.
Mannen zonder BRCA-genmutatie hebben een risico van ongeveer 0,1% op borstkanker.
Aanwijzingen voor erfelijke borst- en eierstokkanker
Signalen die mogelijk wijzen op erfelijke borst- en eierstokkanker in de familie:
- als bij een vrouw eierstokkanker wordt geconstateerd
- als een vrouw borstkanker krijgt voor haar 40e jaar
- als borst- en eierstokkanker bij meer familieleden in verschillende generaties voorkomt, bijvoorbeeld een vrouw, haar zus en haar moeder
- als een vrouw borst- en eierstokkanker krijgt
- als iemand in beide borsten kanker krijgt
- als er in de familie bij een man met borstkanker voorkomt
- als er in de familie prostaatkanker voorkomt onder de 60 jaar
- triple negatieve borstkanker komt vaker voor bij BRCA-mutatiedraagsters en kan een aanwijzing zijn voor erfelijkheid
In veel families waarin borst- en eierstokkanker vaak of op jonge leeftijd voorkomt, kan een mutatie in het BRCA1- of BRCA2-gen niet worden aangetoond (85%). Mogelijk heeft dat te maken met een combinatie van een nog onbekende erfelijke aanleg en andere risicofactoren.
Vermoedt de arts erfelijke borst- en eierstokkanker in een familie? Dan is lang niet altijd een mutatie in een van de BRCA-genen aantoonbaar. Daarom zoeken artsen nog steeds naar andere genen die erfelijke borst- en eierstokkanker kunnen verklaren.
Het risico wordt dan berekend op basis van het patroon waarin borst- en eierstokkanker in de familie voorkomt. Of je het advies krijgt om je borsten en eierstokken regelmatig te laten onderzoeken, hangt af van de risicoberekening die voor je is gemaakt.